Tips & Trucs blindtypen

Letters met leestekens

De meest gebruikte leestekens zijn simpel toe te voegen door éérst het leesteken te typen en daarna meteen gevolgd door de letter:

  • Aigu (á, é, í, ó, ú, ý): typ het teken ‘ (links naast de ENTER-toets) en daarna de letter.
  • Cedille (ç): typ het teken ‘ (links naast de ENTER-toets) en daarna de letter c.
  • Trema/umlaut (ä, ë, ï, ö, ü, ÿ): typ het teken ” (links naast de ENTER-toets) en daarna de letter.
  • Grave (à, è, ì, ò, ù): typ het teken ` (links naast de 1-toets) en daarna de letter.
  • Circonflexe (â, ê, î, ô, û): typ het teken ^ (op de 6-toets) en daarna de letter.
  • Tilde (ã, õ, ñ): typ het teken ~ (links naast de 1-toets) en daarna de letter.

Let er wel op dat je toetsenbordindeling op Verenigde Staten (internationaal) staat geselecteerd.

TIP: Ook de hoofdletters kun je zo voorzien van een leesteken, bijvoorbeeld Ë, Ó, Â en Ç.

Vroeger gebruikte iedereen hier de ALT-codes voor. Ook al wordt dat niet meer vaak gebruikt, ze werken nog steeds.
Bijvoorbeeld: ALT+137 maakt een ë en ALT++64 maakt een @
Welke ALT-codes ken jij?